De ondergrond is de kaart in kleur met percelen, sloten en wegen, (Schillinx 1603).
Daaroverheen staan, gestreept in grijstint, de contouren van de kavels op de kadasterkaart uit omstreeks 1830.
Het betreffende block is omkaderd in rood en lichter weergegeven. Van dit blok zijn de onderstaande omschrijvingen ontleend aan het UA (Utrechts Archief) of Salha (Streekarchief).
(opm. in de teksten wordt met 'oosten' het noord-oosten bedoeld)
Het 6e Block groot 22 mergen 4 hont, (in 1692)
in 1632, UA nr 271
Van den oosten sloot van de Susteren 10 mrn, tot den oosten sloot van Geerit van Eijcx 13 mrn toe, (hierin is besayt 5 mrn).
in 1652, UA nr 104
Van den oosten sloot van Willeboort Phillips 7 mrn ende Henrick Jansz 3 mrn tot den oosten sloot van Geerit van Eijcx 1,5 mrn toe. (hierin is besayt 2 mrn).
in 1653, UA nr 89
Van den oosten sloot van Willeboort Phillips 7 mrn ende Henrick Jansz de Langhs 3 mrn tot den oosten sloot van Geerit van Eijcx 1,5 mrn. (hierin is besayt 2 mrn 5 hnt).
in 1692, Salha 0331-1168
Vanden oosten sloot van Lieve van Barnevelt Eckepoortje als mede vanden oosten sloot van sijne drie mergen daer t’eijnde aengelegen tot den oosten sloot van Gijsbert van Andell 1,5 mergen toe. (hier is in besaeijt: haver)
Het geestelijk goed, de 10 mrn van de Susteren, (nr 38) wordt na 1632 gesplitst in een groot westelijk en kleiner oostelijk deel zoals in 1832 nog steeds zichtbaar. De twee delen zijn echter in 1692 eigendom van (of gepacht door) dezelfde persoon. Zo'n oostelijk deel wordt vaak ook genoemd als liggend op 'het Hoge Land'. Het sluit aan bij de strook grond tussen de Hooglandse steeg en het Uitwijks Dijkje. Zoals bij Block 5 beschreven, liggen hier enkele percelen die doorlopen over de steeg, die hier Toepadt wordt genoemd. De blokgrens is daardoor moeilijk te verifieren. De aangegeven grootte van block 6 uit 1692 is wel in overeenstemming met de som van de percelen 33 t/m 38 uit de mergentalen (tabel hiernaast) uit 1611. Bij blok 5 is mogelijk om deze onzekerheid de grootte in 1692 niet vermeld. (zie ook block 5).
Merk op dat perceel 38 in 1611 op naam staat van Arent van Eck. In 1692 wordt het westelijk deel aangeduid met de naam 'het Eckepoortje'. Het begrip poortje daarin is niet duidelijk.
in de tabel de namen uit de 10e penning (1555), de verpondingen (1600 en 1619) en de mergentalen (1611) |
Schill. nr: | oppervlak | in het jaar: | eigenaar of pachter: | in gebruik bij of verhuurd aan: | details: | |
33 | 2 mrn |
|||||
in 1555 | Den Heyligen Gheest | verh a Cornelis Wouterszn | ||||
in 1600 | De Heyligen geest | |||||
in 1611 | De Heilige Geest tot Woudrichem | |||||
in 1619 | De Heyligengeest | |||||
34 | 10 hont |
|||||
in 1555 | Den Rentmeester | verh a Willem Ghysberts zoen | ||||
vermeerderd met 1 hont van nr 35 |
||||||
11 hont |
in 1600 | Willemken van Barrevelt | ||||
vóór 1611 | Willemken van Barnevelt | |||||
in 1611 | Lijsken Stevens | |||||
in 1619 | Willemken van Barnevelt | |||||
35 en 36 |
|
|||||
in 1555 | Danckaert Pauwels zoen | |||||
verminderd met 1 hont naar nr 34 | ||||||
4 mrn 4 hont |
in 1555 | Den Rentmeester | 1 mrn 1 hont verh a Willem Ghysberts zoen | |||
in 1600 | Den Boedel van Paulus Danckerss | |||||
vóór 1611 | Abraham ten Hagen in twee partijen | |||||
idem 35 | in 1611 | Dirck van Dessel | ||||
idem 36 | in 1611 | wed van Dessel | ||||
het geheel 35 + 36 |
in 1619 | Dirck van Dessel | ||||
37 |
4 mrn 1 hnt |
|||||
in 1555 | Den Rentmeester | verh a Thonis Lauwen, 3 mrn | ||||
in 1600 | Joost van Rijswijck | |||||
vóór 1611 | Joost van Rijswijck | |||||
in 1611 | Jan van Rijswijck | |||||
in 1619 | wed en erfg van Joost van Rijswijck | Bruycker Arien Stevens | ||||
38 |
10 mrn |
|||||
1e deel | 9 mrn |
in 1555 | Dat Sustercloester | |||
2e deel | 1 mrn | in 1555 | Jan Floys zoen | verh a het Sustercloester | ||
samengevoegd |
in 1600 | De Bagijnen | ||||
vóór 1611 | Rentmeester Coolwijck van de Susteren | |||||
in 1611 | Arent van Eck | |||||
vóór 1619 | De Bagijnen | |||||
in 1619 | Nu Arent van Eck |
|||||